Bij internationale conflicten speelt een grote mate van onzekerheid als het op procederen aan komt.
Onlangs stonden wij een klant bij in een zakelijk conflict met een leverancier in Turkije, een internationaal zakelijk geschil. Partijen hadden afgesproken dat de Turkse leverancier prototypes zou bouwen en de klant had een deel aanbetaald. De prototypes werden echter niet geleverd. Na het starten van een juridische procedure, hebben partijen uiteindelijk geschikt. Maar dat was wel pas nadat er heel wat spreekwoordelijke juridische water door de Rijn was gegaan, omdat er nogal wat juridische zaken spelen bij internationaal procederen.
In zulke conflicten waarbij de ene partij gevestigd is in Nederland en de andere in het buitenland, speelt namelijk een grote mate van onzekerheid als het op procederen aan komt. In welk land wordt de procedure gevoerd? Volgens welk recht zal de rechter dan oordelen? Hoe zorg ik dat ik de wederpartij tijdig oproep voor de zitting? Hoe kan ik (letterlijk) verhaal halen als ik in het gelijk gesteld wordt? Zelfs als partijen deze vragen vooraf in het contract denken te hebben geregeld, is er nog geen zekerheid gegeven. De rechter in het ene land oordeelt wellicht dat de afspraken rechtsgeldig zijn gemaakt en vastgelegd, de rechter in het andere land weer niet.
Kortom, er zijn heel wat juridische en praktische hobbels te nemen wanneer een internationaal juridisch conflict beslecht moet worden. Binnen Europees (en internationaal) verband wordt geprobeerd deze hobbels steeds meer weg te nemen door het maken van afspraken tussen landen.
Europese Mediationrichtlijn
Het door middel van mediation proberen te beslechten van een zakelijk geschil, is bij zakelijke conflicten binnen Nederland al een hele effectieve methode om tijd en (juridische) kosten te besparen. Maar mediation bij een internationaal conflict is wat dat betreft nog interessanter: je voorkomt dat je je in een onzeker juridisch speelveld stort.
Binnen Europees verband zijn er afspraken gemaakt over mediation bij (zakelijke) conflicten tussen partijen die in verschillende lidstaten zijn gevestigd. De Europese mediationrichtlijn heeft het doel om de toegang tot alternatieve geschillenbeslechting – zoals mediation – eenvoudiger te maken en om de minnelijke schikking van geschillen te bevorderen door het gebruik van mediation aan te moedigen. In Nederland is de mediationrichtlijn inmiddels omgezet naar Nederlands recht.
Stuitende werking
De mediationrichtlijn bevordert de toegang tot alternatieve geschillenbeslechting ondermeer als volgt. Van een mediation tussen twee partijen die in verschillende lidstaten gevestigd zijn, gaat een zogeheten stuitende werking uit. Hierdoor verjaart een claim van een van de partijen op de ander minder snel, waardoor partijen door het doen van een mediation niet de mogelijkheid verliezen om – in geval van een mislukte mediation – alsnog een juridische procedure te beginnen. Dit is anders dan in Nederland: bij een mediation tussen twee Nederlandse partijen is er dus geen sprake van een stuiting van de verjaring van een vordering.
Conclusie
Bij internationale zakelijke conflicten loont het dus om te proberen via mediation tot een oplossing te komen: je omzeilt de juridische complexiteit en voorkomt daarmee gepaard gaande kosten. Daarnaast loop je minder risico dat een vordering verjaard tijdens het mediationproces.
Advies?
Heb jij te maken met een internationaal conflict of wil je even sparren? Neem dan contact met ons op!