Sinds 1 augustus 2022 geldt de nieuwe Wet transparante en voorspelbare arbeidsvoorwaarden. Hierin is bepaald dat een studiekostenbeding.....

Sinds 1 augustus 2022 geldt de nieuwe Wet transparante en voorspelbare arbeidsvoorwaarden. Hierin is bepaald dat een studiekostenbeding met terugbetalingsverplichting niet geldig is als het gaat om ‘verplichte scholing’. Van verplichte scholing is sprake als de wet, de cao (of regeling door of namens een daartoe bevoegd bestuursorgaan) zegt dat de werknemer de betreffende opleiding moet volgen. Helaas is met de komst van deze nieuwe wet, nog steeds veel onduidelijk.

De rechtbank Overijssel heeft onlangs op 24 januari 2023 zich gebogen over de vraag of er sprake was van verplichte scholing.

Wanneer is er sprake van een (rechtsgeldig) studiekostenbeding?

Een werkgever kan besluiten de studiekosten betalen van de werknemer. Hierover kunnen vervolgens afspraken gemaakt worden, die vastgelegd worden in een studiekostenbeding. In deze afspraken kan ook een terugbetalingsverplichting overeengekomen worden. De werknemer moet dan de studiekosten (deels) terugbetalen als hij binnen een bepaalde termijn na afronding van de scholing uit dienst treedt.

Wanneer is een studiekostenbeding geldig? De voorwaarden voor een geldig studiekostenbeding vloeien in beginsel voort uit het arrest ‘Muller/ van Opzeeland’ (ECLI:NL:PHR:1983:AC2816) van de Hoge Raad. Deze voorwaarden zijn als volgt:

  1. Het studiekostenbeding moet duidelijk maken over welke periode de werkgever baat heeft bij de door de werknemer verworven kennis door de gevolgde opleiding. De werkgever kan enkel binnen deze periode de studiekosten terugvorderen bij de werknemer;
  2. Er moet een glijdende schaal in het beding zijn opgenomen. De hoogte van de terugbetaling neemt dan af naarmate er meer tijd is verstreken sinds het moment dat de opleiding is afgerond;
  3. De (financiële) gevolgen van het studiekostenbeding moeten duidelijk kenbaar zijn gemaakt aan de werknemer. Het beding moet dus schriftelijk worden aangegaan en ondertekend worden.

Sinds 1 augustus 2022 is het niet meer mogelijk om een studiekostenbeding af te spreken wanneer er sprake is van ‘verplichte scholing’. Het studiekostenbeding is dan nietig. Het studiekostenbeding heeft dus nooit bestaan. Dat betekent dat je als werkgever daar dan ook geen beroep op kan doen.

Wanneer is er sprake van verplichte scholing?

Als werkgever moet je jouw werknemers in staat stellen scholing te volgen die noodzakelijk is voor de uitvoering van de functie. De wet, de cao (of regeling door of namens een daartoe bevoegd bestuursorgaan) bepaalt wanneer een werknemer een betreffende opleiding verplicht moet volgen. De werknemer kan het werk waarvoor hij is aangenomen niet verrichten zonder deze scholing en vandaar dat het valt onder ‘verplichte scholing’. Het gaat hier dan niet om scholing die een werknemer ‘wenst’ te volgen, maar scholing die de werknemer genoodzaakt is te volgen voor de (goede) uitoefening van zijn of haar functie.

Denk hierbij aan: opleidingen op het gebied van veiligheid en arbeidsvoorwaarden, scholing die nodig is voor het (mogen blijven) uitoefenen van een functie, scholing die nodig is als de functie van de werknemer vervalt maar de arbeidsovereenkomst voortgezet wordt (herplaatsingsscholing) of opleidingen die in een bijzondere wet worden voorgeschreven. De werkgever dient de kosten van deze scholing te betalen en kan hiervoor geen geldig studiekostenbeding met terugbetalingsregeling overeenkomen.

Geen verplichte scholing

Er is bepaald dat beroepsopleidingen of opleidingen die werknemers verplicht moeten volgen voor het verkrijgen, behouden of vernieuwen van een beroepskwalificatie als bedoeld in de beroepskwalificatierichtlijn niet vallen onder verplichte scholing. Dit zijn beroepen zoals arts, verpleegkundige, duiker, beëdigde tolk en fysiotherapeut. De gehele lijst met gereglementeerde beroepen is te vinden in de Regeling vaststelling gereglementeerde beroepen.

Deze beroepen vallen volgens de Memorie van Toelichting niet onder ’verplichte scholing’.
De kosten van een opleiding tot een gereglementeerd beroep hoeven niet verplicht vergoed te worden. Er kan dan dus wel een geldig studiekostenbeding met terugbetalingsregeling overeengekomen worden.

Waar ging het in de zaak van 24 januari 2023 om?

Een bedrijfsarts in opleiding wordt in 2020 in dienst genomen. In de arbeidsovereenkomst is bepaald dat de werknemer de opleiding tot geregistreerd bedrijfsarts dient te volgen, aangezien deze noodzakelijk is voor de uitoefening van zijn functie. Hierbij wordt afgesproken dat de werkgever de kosten van de opleiding betaalt en dat indien de werknemer binnen vier jaar na afronding van de opleiding uit dienst treedt, de werknemer de opleidingskosten deels dient terug te betalen.

Begin 2022 besluit de werknemer zijn arbeidsovereenkomst op te zeggen. Hierna vordert de werkgever een terugbetaling van € 72.966,32. Bestaande uit de opleidingskosten en supervisiekosten. De werknemer weigert dit bedrag te betalen. Het studiekostenbeding is volgens hem ongeldig. Hij stelt dat zijn opleiding tot bedrijfsarts ‘verplichte scholing’ betreft en vandaar kosteloos aangeboden moet worden. De werkgever is het hier niet mee eens en start in januari 2023 een procedure bij de kantonrechter.

De kantonrechter oordeelt dat het in deze zaak niet ging om ‘verplichte scholing’. De werknemer deed een opleiding tot bedrijfsarts en dit is een gereglementeerd beroep. Dit beroep staat namelijk vermeld in de Regeling vaststelling gereglementeerde beroepen. Dit betekent dat de opleiding niet valt onder ‘verplichte scholing’ en het studiekostenbeding met terugbetalingsregeling ‘gewoon’ geldig is. De bedrijfsarts in opleiding dient een aanzienlijk deel van de opleidingskosten terug te betalen aan de werkgever.

Conclusie

Vanaf 1 augustus 2022 is het niet meer mogelijk om voor alle opleidingen een studiekostenbeding overeen te komen. Verplichte scholing moet kosteloos aangeboden worden en het is niet meer mogelijk om hierbij een studiekostenbeding met terugbetalingsregeling af te spreken. Studiekostenbedingen die voorafgaand aan 1 augustus zijn overeengekomen en zien op verplichte scholing zijn vanaf 1 augustus niet meer geldig. Gereglementeerde beroepen vallen echter niet onder ‘verplichte scholing’. Bij deze beroepen is een studiekostenbeding wel geldig. Ondanks de wet aanknopingspunten geeft, kunnen wij ons voorstellen dat de jurisprudentie de komende tijd nog voor meer duidelijkheid gaat zorgen. Wij houden je op de hoogte!

Vragen

Heb je vragen over de geldigheid van een studiekostenbeding, neem dan gerust contact op met Team Arbeid & Reorganisatie.

Bij het samenstellen van dit artikel/deze nieuwsbrief is geen rekening gehouden met eventuele bijzondere van toepassing zijnde wetgeving en afspraken zoals opgenomen in de CAO en/of (arbeids)overeenkomst. Daarbij is rekening gehouden met de wetgeving die op het moment van het schrijven van de tekst geldend is. Het kan dus zijn dat, met de veranderende wetgeving, de inhoud later achterhaald is. Mocht je de informatie in de praktijk willen hanteren, neem dan van tevoren even contact op met een van de advocaten van Hooglander zodat zij je goed kunnen informeren.

Stel gerust je vraag aan ons

Heb je vragen over onze mogelijkheden of wil je graag vrijblijvend kennismaken? Neem dan telefonisch of per e-mail contact met ons op.

"*" geeft vereiste velden aan