Het concurrentiebeding gaat worden ingeperkt. Dat heeft minister Van Gennip van Sociale Zaken en Werkgelegenheid afgelopen vrijdag...

Het concurrentiebeding gaat worden ingeperkt. Dat heeft minister Van Gennip van Sociale Zaken en Werkgelegenheid afgelopen vrijdag bekendgemaakt. Het kabinet wil dat het op voorhand duidelijker wordt wanneer een concurrentiebeding kan worden opgenomen en ingeroepen door een werkgever.

Achtergrond concurrentiebeding

Het concurrentiebeding beperkt een werknemer in zijn recht om na het einde van de arbeidsovereenkomst werkzaam te zijn op een wijze die hij zelf voor ogen heeft. Met de huidige regeling heeft de wetgever geprobeerd de spanning tussen enerzijds het (grond)recht op vrijheid van arbeidskeuze van werknemer, en anderzijds de rechtmatige bescherming van de bedrijfsbelangen van de werkgever, op te heffen. Dit lijkt achteraf gezien niet goed gelukt: het gebruik van het concurrentiebeding blijkt te zijn doorgeslagen. Minister Van Gennip heeft afgelopen vrijdag daarom een wetsvoorstel aangekondigd.

Overmatig gebruik van het concurrentiebeding

Uit een rapport uit 2021 volgt dat één op de drie werkgevers een concurrentiebeding hanteert, en dan vrijwel altijd als standaardclausule in de arbeidsovereenkomst. Het concurrentiebeding wordt echter zelden ingeroepen, en als het al wordt ingeroepen is de kans op schorsing van het beding in een rechtszaak aanzienlijk. Hieruit volgt dat een concurrentiebeding vaak nodeloos is opgenomen in de arbeidsovereenkomst. Dit betekent dat werknemers onnodig worden gebonden aan hun werkgever, met als gevolg dat deze werknemers carrièremogelijkheden mislopen en dat de algemene arbeidsallocatie en arbeidsmobiliteit worden gehinderd.

Het aangekondigde wetsvoorstel

Om ervoor te zorgen dat het concurrentiebeding alleen nog maar ter werkelijke bescherming van een noodzakelijk bedrijfsbelang wordt ingezet, is de minister voornemens een aantal wijzigingen uit te werken in een wetsvoorstel. Namelijk:

  • Het concurrentiebeding wordt wettelijk begrensd in duur;
  • Bij het opnemen van het concurrentiebeding moet het geografisch bereik worden opgenomen, gespecificeerd en gemotiveerd;
  • Bij het opnemen van het concurrentiebeding zullen werkgevers ook bij arbeidsovereenkomsten van onbepaalde tijd het ‘zwaarwichtig bedrijfsbelang’ van het opnemen van het beding moeten motiveren;
  • Bij het inroepen van het beding zal een werkgever in beginsel een vergoeding moeten betalen, vastgesteld op een bij wettelijk voorschrift bepaald percentage van het laatst verdiende salaris van de werknemer.

Andere beleidsopties, zoals het alleen mogen inroepen van een concurrentiebeding bij ontslag op initiatief van de werknemer en het vervallen van het concurrentiebeding bij ontslag in de proeftijd, zullen niet in dit wetsvoorstel worden uitgewerkt. Bij nader inzien heeft de minister besloten dat deze opties de belangen van de werkgever onvoldoende beschermen: zowel bij ontslag op initiatief van de werkgever als bij ontslag in de proeftijd is het denkbaar dat een werkgever toch een gerechtvaardigd belang heeft bij een beroep op het concurrentiebeding.

Ter afsluiting

Er staan flinke wijzigingen op de planning. Deze aangekondigde veranderingen van de wetgeving kunnen aanzienlijke gevolgen hebben voor zowel werkgevers (die concurrentiebedingen gebruiken) als werknemers (die aan concurrentiebedingen gebonden zijn). Heb je vragen over de gevolgen van deze wijzigingen voor jouw arbeidsovereenkomst(en)? Neem dan gerust contact op met Team Arbeid & Reorganisatie!

Stel gerust je vraag aan ons

Heb je vragen over onze mogelijkheden of wil je graag vrijblijvend kennismaken? Neem dan telefonisch of per e-mail contact met ons op.

"*" geeft vereiste velden aan